
rekenen op werkw. Uitspraak: [ ˈrekənə(n) ɔp ] Vervoegingen: rekende op (verl.tijd enkelv.) Vervoegingen: heeft gerekend op (volt.deelw.)
bijna zeker weten dat (iets zal gebeuren) Voorbeelden: 'We rekenen vast op je komst.' , 'erop rekenen dat de prijzen zullen dalen' Deze woorden eindigen op rekenen op: • afrekenen op ...
Gevonden op
https://woorden.org/woord/rekenen op

Rekenen op is de verwachting hebben dat iets werkelijk gebeurt.
[basiswoordenlijst groep 5]Gevonden op
https://wikikids.nl/Rekenen_op
Geen exacte overeenkomst gevonden.